
Multiple sclerose (MS) is wereldwijd een van de meest voorkomende chronische neurologische aandoeningen bij jonge volwassenen. In België lijden naar schatting ruim 10.000 inwoners aan deze ziekte. MS kan op elke leeftijd beginnen maar de eerste symptomen verschijnen over het algemeen tussen 20 en 40 jaar. Vrouwen worden om tot hiertoe onduidelijke reden 2 tot 3 keer vaker getroffen dan mannen.
MS is een zeer heterogene aandoening waarbij verschillende beloopsvormen worden onderscheiden. De meeste patiënten (85%) starten met een relapsing-remitting patroon, waarbij relapses of opflakkeringen van neurologische uitvalsverschijnselen (meestal met evolutie over een aantal dagen tijd), afgewisseld worden met periodes van herstel en stabiliteit. Een deel van deze patiënten zal echter na verloop van tijd overgaan naar een secundair progressieve fase. De opflakkeringen verdwijnen hier stilaan en er treedt een meer geleidelijke maar continue neurologische achteruitgang op. Een minderheid (15%) van de patiënten heeft van bij aanvang een primair progressief ziektebeeld.
MS is een aandoening van het centraal zenuwstelsel (CZS); dit wil zeggen dat hersenen, ruggenmerg en oogzenuwen aangetast kunnen worden. Tot op heden kan men geen duidelijke oorzaak aangeven. Het ziet ernaar uit dat verschillende elementen op elkaar inwerken en leiden tot MS. Hierbij spelen omgevingsfactoren, erfelijke aspecten en wellicht ook een aantal toevalligheden een rol. De interactie van deze factoren leidt tot een opeenvolging van gebeurtenissen waarin het immuun- of afweerstelsel nauw betrokken is (ontsteking en herstel) en er ook degeneratieve verschijnselen optreden.
De naam "multiple sclerose" verwijst naar de aanwezigheid van meerdere (multipele) sclerotische haarden in de witte stof van het CZS, die bestaan uit littekenweefsel (plaques) ten gevolge van herhaalde en langdurige ontstekingen ter hoogte van de myeline. Men kan zich de myeline het beste voorstellen als een soort isolatielaag rond de zenuwvezels die belangrijk voor de functie en overleving van onze zenuwcellen. Deze lokale ontstekingsprocessen wordt uitgelokt door een dysfunctie van het eigen immuunsysteem en gaan gepaard met afbraak van de myeline. Als gevolg daarvan komt in eerste instantie de zenuwgeleiding in het gedrang. De vorming van nieuwe ontstekingsletsels ligt aan de basis van de klinische opflakkeringen van MS. Ernstige ontstekingsreacties kunnen ook permanente beschadiging van de zenuwvezels zelf veroorzaken.
Neurodegeneratie, met tragere en meer diffuse beschadiging van de zenuwvezels, is dan weer de drijvende kracht binnen de progressieve ziektefase. Het exacte mechanisme is vooralsnog onduidelijk maar ontstekingsprocessen en het immuunsysteem lijken hier een kleinere rol te spelen. Het exacte samenspel tussen enerzijds ontsteking en anderzijds neurodegeneratie is nog niet goed begrepen bij MS.
MS plaques kunnen op elke plaats in het CZS ontstaan waardoor er een brede waaier aan mogelijke symptomen is. Bij veel patiënten begint de ziekte met een oogzenuwontsteking. Andere vaak voorkomende symptomen zijn krachtsverlies in de ledematen, verminderd gevoel, pijn, coördinatieproblemen en moeilijkheden met het aansturen van de oogbolmotoriek. Patiënten hebben daarnaast ook regelmatig last van meer verdoken klachten zoals blaas- of darmproblemen, vermoeidheid, depressie en cognitieve dysfunctie. Externe factoren zoals warmte, koorts en infecties kunnen oude symptomen tijdelijk terug erger maken.
Het natuurlijk ziekteverloop van MS is bij de individuele patiënt sterk verschillend en relatief onvoorspelbaar. Volgende factoren worden geassocieerd met een minder gunstige prognose: mannelijk geslacht, aanvang op latere leeftijd, veel opflakkeringen in de eerste 2 jaar, uitgebreide neurologische uitval bij de eerste opflakkering, belangrijke accumulatie van invaliditeit binnen de eerste 5 jaar na aanvang van de ziekte en progressief ziekteverloop.
Het is belangrijk op te merken dat MS geen aandoening is waaraan men vlugger sterft. Globaal is de levensverwachting slechts licht verminderd. Dit is vooral het gevolg van voortijdig overlijden van ernstig aangetaste personen, vaak door verwikkelingen van bedlegerigheid (slikpneumonie, blaasinfectie, diep veneuze trombose en doorligwonden).
Auteur: Dienst Neurologie - Neurologen en verpleegkundig experts
Laatste aanpassing: 5-6-2018